BRUSSEL - Maar zesenvijftig procent van de holebi’s heeft een vaste partner, tegenover eenentachtig procent van de hetero Vlamingen. Holebi’s voelen zich ook minder verbonden met hun familieleden dan de doorsnee Vlaming. Dat zijn enkele bevindingen uit een vergelijkende studie van het Steunpunt Gelijkekansenbeleid, die de sociale netwerken van holebi’s naast die van andere Vlamingen legt.
Dat holebi’s minder vaak een partner hebben dan hetero’s kan betekenen dat ze meer hindernissen ervaren om een vaste partner te vinden of minder belang hechten aan een vaste relatie. Lager opgeleide holebi’s hebben minder vaak een partner dan hoger opgeleiden.
Holebi’s blijken zich ook minder verbonden te voelen met hun familieleden in vergelijking met de doorsnee Vlaming. Het vertrouwensnetwerk van hetero’s blijkt voor het merendeel te bestaan uit gezinsrelaties en een kleiner deel uit vriendschapsrelaties. Bij holebi’s is dit net omgekeerd: het grootste deel van hun vertrouwensnetwerk bestaat uit vrienden of vriendinnen. Holebi’s compenseren hun gebrekkige familiebanden door uitgebreide vriendschapsnetwerken. Dat hun homoseksualiteit niet vanzelfsprekend is, speelt daarin een rol.
Slechts één op twintig holebi’s heeft een vriendenkring die exclusief uit andere holebi’s bestaat. Een op vijf heeft zelfs geen holebivrienden. Eén procent van de Vlamingen heeft geen vertrouwenspersonen, bij holebi’s loopt dat op tot 8 procent. Dat maakt holebi’s kwetsbaarder.
Zowel heterovrouwen als lesbiennes blijken sterker te zijn in het onderhouden van sociale contacten dan mannen. Ze hebben meer vrienden en vriendinnen en voelen er zich meer mee verbonden. Bovendien nemen ze actiever deel aan het verenigingsleven dan mannen.
Voor het onderzoek werden 3.000 holebi’s ondervraagd. De resultaten werden vergeleken met die van 1.500 Vlamingen uit een eerder onderzoek.
Bron:Nieuwsblad