De rol die de tijd speelt in de liefde is dubbel: grote romantische intensiteit maakt het hart ongeduldig, maar grote romantische diepgang zorgt net voor geduld.
Ongeduld is niet verenigbaar met het romantische wachten op die grote liefde, met het niet hebben waar je zo intens naar verlangt.
Seksuele hartstocht is ongeduldig, uit dat soort hartstocht blijkt de intensiteit van de liefde en die intensiteit blijft niet eeuwig duren.
Geduld is eerder te linken aan een liefde die al langer duurt, die dieper gaat. Als je weet dat het paradijs op je wacht, is er geen nood om je te haasten.
Seksuele hartstocht is van kortere duur en minder volledig qua gevoel. Als het er is, vraagt het om meteen ‘vervuld’ te worden. Het is moeilijk om geduldig te wachten als heel je lichaam in brand staat.
Is er nog geen sprake van liefde, dan is het hart ook onrustiger. Als alles nog oppervlakkig is, als je niet echt verliefd bent (en het nog ontkent) ben je onrustiger. Je verliest je geduld, je wilt niet investeren in de (prille) relatie, je wil enkel zo snel mogelijk weten of het nog iets wordt of niet, of het enkel lichamelijk is of niet.
Onze huidige maatschappij heeft ons ongeduldiger gemaakt. In tegenstelling tot vroeger verwachten we nu een snellere beloning voor wat we doen. Dat gaat van instant koffie tot instant liefde, we zijn erin getraind om snel bevrediging te vinden, om snel de resultaten te boeken die we willen. De meeste mensen willen snelheid, weinigen zijn bereid iets te doen voor niks. Als er niet meteen een beloning volgt, worden we ongeduldig.
Ware liefde heeft het geduld om te wachten, ook wanneer de omstandigheden allesbehalve goed zijn. Dit is het diepere soort liefde, je geliefde betekent alles voor je en wil niemand anders dan hem/haar.
Ben je uiteindelijk samen met je geliefde, dan komt de lichamelijke hartstocht opzetten en dat zorgt voor ongeduld, die hartstocht moet vervuld worden. Daarom is de ware liefde zowel geduldig als ongeduldig.